Maandelijks archief: oktober 2020

Havermoutbollen – bevat gluten

Deze kloeke havermoutbroodjes stillen de stevige trek want ze zijn flink in omvang. Je mag ze natuurlijk ook wat kleiner maken maar ik vond het een mooie maat want het past op een bakplaat. Ik ben dol op havermout, het is gezond en voedzaam. Havermout heeft een nootachtige smaak en zorgt voor een heleboel extra vezels en de broodjes zijn daarom heerlijk om op te knabbelen. Een smakelijke vulling van krenten en rozijnen is in de broodjes gestopt. De havermoutbollen werden heerlijk vol van smaak en luchtig doordat ik er actieve tarwe-zuurdesem in deed plús gist, een combinatie van rijsmiddelen die altijd lukt, zeker voor de beginnende zuurdesembakker en ook prettig als je iets minder tijd hebt. Meer tips voor zuurdesem maken vind je ook in mijn blog. Maak het benodigde desem de avond van tevoren actief met vers meel en water, dan kun je daags erna beginnen, zie het recept. De havermoutbroodjes smaken heerlijk bij een lunch of maaltijdsalade en bij een warme maaltijd met een lekkere warme saus.
Tip: Een uitkomst is het om paphavermout te gebruiken als je voorraadje havermeel van de molen net te weinig is: heb je een elektrische koffiemolen dan is dit makkelijk hiermee zelf te maken en heel goedkoop.

havermoutbollen

flinke havermoutbroodjes voor de stevige trek

Wat heb je nodig voor 11 grote havermoutbroodjes?

100 gram actieve desem die je de avond van tevoren hebt gemaakt door 10 gram moederdeeg te voeden met 45 gram volkorenmeel en 45 gram lauwwarm water.
300 gram volkorentarwemeel
300 gram tarwebloem
75 gram havermout van papkwaliteit
12 gram bakkerszout
9 gram gedroogde instantgist
1 eetlepel citroensuiker
1 theelepel karwijzaad
30 gram honing, vloeibaar
20 gram roomboter, gesmolten
420 gram lauwwarm water
vulling:
75 gram rozijnen
75 gram gedroogde krenten
wat bloem van tarwe of rogge om het deeg te bestrooien en wat (koolzaad)olie om te vormen

De bereiding:

De avond van tevoren maak je het desemmengsel, zie hierboven bij  de ingrediënten.
Was en wel de rozijnen en krenten enkele minuten in warm water. Droog ze goed en strooi er een theelepel bloem over en zet ze even apart.
Meng in een grote mengkom het tarwemeel, de bloem en de havermout met een garde en meng  het zout en het gistpoeder, de citroensuiker en het karwijzaad er ook door. Weeg het water af.
Smelt de boter de de honing in een steelpan in een klein beetje van de benodigde hoeveelheid water. Voeg na het smelten hieraan de rest van het koude water toe.
Voeg de zuurdesem bij het meelmengsel in de mengkom.
Als laatste kan het lauwe water met de boter en honing bij het meelmengsel.
Kneed alles enkele minuten rustig door tot een soepel en iets plakkerig deeg, eerst even in de mengkom en daarna op je werkblad. Het deeg stijft op door de havervlokken bij het rijzen. De havervlokken zorgen voor de malsheid dus liefst geen extra meel toevoegen.
Voeg dan de gewelde krenten en rozijnen toe. Werk de vruchten er snel door en laat het deeg dan 1½ uur rijzen onder een grote plastic zak in de mengkom. De mengkom kwast je in met wat olie zodat het deeg minder plakt.

Na de rijstijd stort je het deeg op je werkblad waar wat  bloem op ligt en druk je dit voorzichtig plat.
Verdeel het deeg zonder te kneden in 11 stukken van 120 gram met een deegsteker.
Bol elk deegstuk glad op (zie hieronder) met handen die licht ingevet zijn met wat olie en leg ze op een bakplaat met bakpapier.
Opbollen doe je door met je vingers de zijkanten van de deegstukjes naar beneden te duwen en ondertussen het bolletje rond te draaien. Druk en vouw de zijkanten van de deegstukjes steeds naar het midden zodat alle deegvouwen op een punt komen. Draai het broodje dan om met de vouwtjes naar beneden en druk het dan verder rond tussen je handpalm terwijl het op je werkblad ligt. Leg de broodjes op een bakplaat met bakpapier en druk ze iets platter, ze rijzen straks weer wat hoger.
Al doende leer je dit steeds beter, niet opgeven als je broodjes de eerste keer niet mooi rond zijn geworden, ze smaken toch wel! Een andere techniek voor opbollen op een filmpje vind je hier.
Bestrooi de broodjes met wat (rogge)bloem en maak er vóór het bakken een diagonale snede in met een scherp mesje.

Laat de broodjes 40 minuten narijzen en verwarm de oven in die tijd voor op 200 graden Celsius.
Bak de broodjes in ongeveer 22 minuten gaar bij deze temperatuur en mooi bruin. Maak je de broodjes kleiner, 60 gram, dan wordt de baktijd ongeveer 18 minuten.