Tagarchief: amandelmeel

Zoete desemkoek met rozijnen – bevat gluten

Deze broodkoek waarbij zuurdesem is gebruikt om een zoete koek te maken, overtreft alle verwachtingen. Het is een ware traktatie met een heel bijzondere volle smaak die mij deed denken aan de Herman vriendschapskoek uit de jaren 60 van de vorige eeuw. De inspiratiebron was het boek van Anita Šumer, Bakken met desem, 2020 waarin deze bakster laat zien dat je ook heel goed zoete baksels kunt maken met zuurdesem. In haar recept geen gist maar ik koos ervoor om 1 theelepel gist erin te verwerken zodat het rijzen van het eiwitrijke deeg (met eieren en melk erin) 7-9 uur versnelde. Je begint de avond van tevoren met de actieve zuurdesem te voeden en daags erna is het deeg rond in de namiddag klaar. Deze lange rijstijd levert zeker kwaliteit! Het lang fermenteren van het voordeeg en het tweede voordeeg en het hoofddeeg gaf al een fantastische smaak en mooi kruim aan de desemkoek. Voor extra smaak koos ik ook nog voor smaakvolle meelsoorten in het meelmengsel en kaneel en citroen plus rozijnen als vulling. Tip: Pannenkoeken met een rest zuurdesem zijn ook heel erg lekker om eens te proberen. Misschien vind je het Romeinse brood voor alledag ook lekker, een heerlijke broodcombinatie van zuurdesem en gist die populair is op mijn blog, klik hier

zoet desembrood

prachtig kruim van deze bijzondere desemkoek

De bereiding en de benodigdheden geef ik in 4 stappen:
Stap 1:
De avond van tevoren rond 20 uur, neem

10 gram actieve desemstarter (zuurdesem die je recent heb gevoed met meel)
25 gram tarwebloem
10 gram lauw water
5 gram bruine basterdsuiker
Meng dit voordesem in een kom met los deksel tot een deegje en plaats het op een warme plek, 21 graden Celsius.
Stap 2:
De ochtend erna, om 8 uur,
voeg hieraan toe:
35 gram tarwebloem,15 gram lauw water en 10 gram bruine basterdsuiker
Stap 3:
Om 10.30 uur
is het volume van het voordesem ongeveer verdrievoudigt.
Bekleed eerst een licht ingevette cakevorm met bakpapier.
Los eerst de voordesem in kleine stukjes op in 130 gram lauwe melk in een mengkom.
Voeg de volgende ingrediënten toe dan, al roerend met een garde, in deze volgorde, aan de melk met voordesem:
30 gram boekweitmeel
40 gram havermeel
30 gram amandelmeel
200 gram tarwebloem
4 gram of 1 theelepel instantgist
5 gram zout
2 eieren, losgeklopt
50 gram kristalsuiker
2 theelepels kaneel
15 gram citroensuiker
100 gram rozijnen, gewassen en geweld in 2 eetlepels rum
6o gram gesmolten en iets afgekoelde roomboter
Schep nu het deeg met een spatel in het bakblik met bakpapier.
Het deeg is zo dik vloeibaar als een cake- of koekdeeg, zacht en niet kneedbaar. Laat het deeg in het blik nu 6 uur op een warme plek staan met een ruime en schone plastic zak eromheen. Het is dan heerlijk luchtig.

zoet desembrood

heerlijke zoete desembroodkoek voor bij de koffie en thee

Stap 4:
Het bakken om 15.30 uur
: Verwarm eerst de oven voor op 180 graden Celsius.
Bestrooi het deeg vlak voor het bakken met een mengsel van 2 lepels kristalsuiker en 1 eetlepel vanillesuiker. Bak de zoete desembroodkoek met rozijnen in 45 minuten gaar en bruin. Laat het brood nadat je het uit de vorm hebt gehaald afkoelen op een rooster. Dit brood past heel goed bij een bijzondere broodmaaltijd of bij een wat luxere koffie en theemoment.

Valentinos, chocoladebolletjes – glutenvrij

De heerlijke chocoladebolletjes van dit recept zijn ideaal om als kooltjes vuur de brandende liefde van je geliefde op Valentijnsdag aan te wakkeren. Deze valentinos bevatten smaakvolle glutenvrije meelsoorten, havermeel en boekweitmeel en amandelmeel, plus veel puur cacaopoeder. Dit cacaopoeder heb ik verwarmd in de margarine en de suikerstroop waardoor de chocoladesmaak extra naar voren is gekomen, het deeg ruikt heel erg lekker bij de bereiding. Als je roomboter kunt verdragen maakt dit de smaak nog voller dan met plantenmargarine. Aan de lekkere geur dragen ook het pittige kardemompoeder en de sinaasappelsuiker bij, onweerstaanbaar voor je geliefde. Gebruik glutenvrije meelsoorten met het glutenvrije logo voor dit recept en een liefdevolle Valentijn gewenst!

valentinos glutenvrij

verrukkelijke glutenvrije valentinos

Wat heb je nodig voor 24 valentinos of glutenvrije chocoladebolletjes?

75 gram plantaardige margarine
40 gram suikerstroop, Zeeuws meisje
10 gram sinaasappelsuiker
25 gram cacaopoeder zonder suiker, Buisman
100 gram havermeel
100 gram boekweitmeel
25 gram amandelmeel, biologisch van Jumbo
40 gram donkere basterdsuiker
1/4 theelepel bakpoeder
1/4 theelepel fiberhusk
1/4 theelepel zout
1/4 theelepel kardemom (of koekkruiden)
2/3 losgeklopt ei M
2 eetlepels koud water
garnering:
1/3 ei
2 eetlepels kristalsuiker vermengd met mespuntje kardemom

De bereiding:

Verwarm in een steelpan de margarine tot deze is gesmolten, niet verder verhitten.  Dan doe je er roerend de cacaopoeder bij en de sinaasappelsuiker. Voeg daarna de suikerstroop toe en roer dit door elkaar met een siliconen spatel zodat er geen klontjes meer zijn. Het ruikt nu al heerlijk. Laat dit pannetje een half uurtje afkoelen op een koele plek.
Ondertussen meng je de droge ingrediënten door elkaar in een ruime kom:
havermeel, boekweitmeel, amandelmeel, basterdsuiker, bakpoeder, fiberhusk, zout en kardemom.
Meng in een klein schaaltje voor de garnering de kristalsuiker met de kardemom. Zet dit even apart.
Als de cacaomassa is afgekoeld kan deze in de grote mengkom bij het meelmengsel gevoegd. Voeg hierbij ook 2/3 ei toe en 2 eetlepels water, kneed het kort tot het deeg glanzend en soepel is. Het 1/3 deel van het ei apart houden in een ondiep schaaltje.
Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Maak van het chocoladedeeg 24 balletjes van 20 gram per stuk, ongeveer de grootte van een walnoot. 
Dip de balletjes eerst in het schaaltje met ei, even uitdruppen en dip het daarna in het kardemom-suikerschaaltje. Plaats de balletjes op de bakplaat met de topping bovenop.
Bak de valentinos bij 175 graden in 12 minuten gaar, let op voor verbranding want er zit amandelmeel in, de onderkant is dan caramelbruin gekleurd en ze ruiken heerlijk.
Neem de chocoladeballetjes uit de oven en laat ze afkoelen op een taartrooster.
Presenteer ze aan je geliefde of aan een lieve vriend of vriendin op een mooi schaaltje, ze zullen je waarschijnlijk altijd trouw blijven.
De volgende recepten uit het archief van dasanderekoek zijn ook niet te versmaden met Valentijn:
klik hier voor: hartvormige Valentijnbroodjes met kaas, en
hartjeswafels met appel erin

glutenvrije valentijnbroodjes met kaas

 

glutenvrije vruchtenwafels

glutenvrije vruchtenwafels

Klik hier voor: glutenvrije kersenamandeltaart en glutenvrije bonbonkoekjes!

 

 

Eropemmai, amandelkoeken van Plato – bevat gluten

Symposion toespraak van Gulzigoros over de liefdeskoeken: eropemmai

In het Symposion van Plato, dat zich afspeelt in de vierde eeuw BC in Athene, prijzen de gasten tijdens een drinkgelag in veel variaties Eros, de Griekse god van de liefde. De volgende toespraak werd helaas niet meer herinnerd maar de tekst ervan is gelukkig recent herontdekt. Gulzigoros blijkt de spreker te zijn, bekend in Athene vanwege zijn gebrek aan matigheid. Waarschijnlijk is dit de reden dat Plato deze toespraak niet heeft opgenomen in het Symposion.

…. Gulzigoros neemt het woord na Eryximachos: Voordat ik begin moet ik nog even aan de eerbiedwaardige arts Eryximachos mededelen dat zijn recept tegen het boeren, waarvan ik veel last heb…burp… nog niet geholpen heeft. Het kostte teveel inspanning om alles precies op te volgen… Ik kies voor een andere invalshoek voor mijn toespraak over de god Eros, die geheel afwijkt van die van de vorige spreker.
Bezing me de banketten, Muze, met goudbruine broden en zachtzoete koeken op de welgevulde tafels. De god Eros is op vele dingen gericht, in het bijzonder ook op wat er op aarde wordt gemaakt. Vooral wat uit de ovens komt van de bakkers die hun ambacht uitoefenen met veel kennis. Dat besef heeft mijn vriendje, de jonge bakker Makaron met zijn mooie gezicht, me bijgebracht en hij heeft er heel veel verstand van, hij is door Eros geraakt. Zijn liefde voor de bakkunst maakt dat ik nu heel goed in mijn vel zit (klopt op zijn buik en boert weer). Hij heeft ook heerlijke amandelkoeken voor mij gemaakt die ik eropemmai, gebak van Eros, genoemd heb en waar ik óók niet van kan afblijven, hahaha. Ik heb ze meegenomen om te laten proeven. De liefdesgod zorgt hierbij voor een onweerstaanbaar verlangen naar iets wat voortreffelijk ruikt als het uit de oven komt en wat verrukkelijk aanvoelt in de mond. De dichteres Sappho beschrijft treffend het genot van een heerlijke roze koek in haar gedicht, wat mij betovert als ik het hoor:
Hij lijkt mij voor de goden gemaakt te zijn,
de roze koek die tegenover mij op tafel ligt
en van dichtbij ruik ik hoe hij zachtzoet geurt
naar bijenhoning…

Door Eros beroerd, verlangt de mens naar de bevrediging door gebak en dit wordt voorafgegaan door het watertanden, al bij de gedachte hieraan. Gebak kan eenvoudig zijn en smaakvol zoals brood. Maar een verleidelijke koek die er mooi uitziet en een zinnelijk effect geeft in je mond, schenkt het meeste genot. De lust hiernaar móét worden ingewilligd en je wil steeds méér …burp… De drang naar het eten van eropemmai is het grootst in gezelschap met iemand die je liefde kan geven, dit kan man, vrouw of knaap zijn. Tijdens het aanliggen aan de dis kijk je in elkaars ogen en wordt de smaak van de koek en het gevoel in je mond ervan opperbest. Dit wordt allemaal door de god van de liefde geleid. De onderlinge genegenheid tussen de tafelgenoten wordt vergroot, de vriendschap neemt toe, Eros beroert de ander. Men geeft elkaar zelfs stukjes koek in de mond…burp…hahaha.
Gebak en goudbruin brood worden hoog gewaardeerd en horen bij allerlei feestelijkheden. Bij offerandes worden zij gebruikt om de goden gunstig te stemmen. Eros wordt zo geprezen  voor het genot dat hij ons geeft en dan vooral voor het eten van de amandelkoek die mij zoveel voldoening geeft, o, die eropemmai… Volgens mij moet ik nu echt even uitbuiken …burp… ik geeft het woord nu aan Sokrates, die vast nog wat prikkelende vragen heeft over deze toespraak. Hij kijkt al wat bedenkelijk….

© Plato, lang vermiste deel van Symposion, herontdekt in 2021 door Inostrate, Skinnos

Erotoph, koekjes voor bij het Symposion van Plato

Het bijpassende recept van de eropemmai, gemaakt door de bakker Makaron rond 411 BC, is gereconstrueerd en bewerkt naar moderne ingrediënten door culinair filosofe Inostrate
  
 Wat heb je nodig om eropemmai te maken?


75 gram kristalsuiker
10 gram vanillesuiker
100 gram amandelmeel,  kort en heel licht geroosterd in een koekenpan
100 gram gezeefde tarwebloem
4 gram bakpoeder
1 gram zout
115 gram roomboter in kleine blokjes

De bereiding moet plaatsvinden met veel liefde:

Rooster het amandelmeel licht in een droge koekenpan voor meer smaak. Laat even afkoelen op een bord en meng het daarna met de gezeefde bloem en het bakpoeder in een grote mengkom. Voeg de suikers en het zout toe.
Snij de boter in kleine blokjes en meng dit bij het meel-suikermengsel.  Meng alles nu met de hand vlot door elkaar en kneed door. Als het een egale massa is dan maak je er een rol van met een doorsnede van 2 centimeter.
Laat de rol even opstijven op een koele plek gedurende een half uur. Snij daarna plakjes van 1 centimeter breedte. Probeer de plakjes rond te houden door de rol geregeld te draaien als hij vierkant wordt.
Bekleed een bakplaat met bakpapier. Vlij de eropemmai op de bakplaat.

Bak de eropemmai in 13-14 minuten tot ze lichtbruin worden aan de randen en lekker ruiken. Let op, de koeken kunnen aan de onderkant verbranden door het tere amandelmeel, controleer dit aan het einde van de baktijd en blijf erbij. Haal ze voorzichtig van de bakplaat, ze zijn nog slap en breekbaar en laat ze afkoelen op het bakpapier op een rooster. Dan zijn ze heerlijk bros geworden en een feest in de mond.

Klik hier voor : Sapfo’s roze koek

Klik hier voor: De Makaron van Plato

Oudgrieks vijgenbrood

Deze blogpost onthult een nog onbekend verhaal van de Oudgriekse tragedie Oeidipoes en Hatsikat. Het is recent gevonden door amateurarcheologe Inostrate in een kelder van een bakker in West-Turkije. Deze ontdekking is bijzonder omdat vele Oudgriekse tragedies verloren zijn gegaan. In deze streek in Turkije werd ook het beroemde geschrift de Poëtica van Aristoteles ontdekt. In de Poëtica filosofeert Aristoteles over het schrijven van een goed verhaal voor een tragedie en maakt hiermee een belangrijke start met het schrijven over theater en kunst. Het pas teruggevonden plot over de tweelingbroers Oeidipoes en Hatsikat wordt toegeschreven aan de tragedieschrijver Uischillos. Het dateert waarschijnlijk van 335 voor Christus. Een vijgenbrood speelt hierin een belangrijke rol en zodoende zeer interessant voor Inostrate.
Het verhaal gaat over tweelingbroers, beide belangrijke legeraanvoerders, die zijn bezeten door eerzucht en onderlinge competitie. Het papyrus waarop het verhaal werd geschreven was verfrommeld en stond vol doorhalingen met rode inkt. Waarschijnlijk is het afgekeurd en nooit opgevoerd op een Grieks festival. Wat zou hiervoor de oorzaak kunnen zijn, is de vraag die Inostrate zich hierbij stelt. Zij vraagt uw hulp en oordeel aan de hand van de criteria van Aristoteles voor het schrijven van een goed plot voor een tragedie. De belangrijkste criteria zijn, zoals geleerd bij de filosofieschool Rubico:
Is het verhaal van de tragedie gebaseerd op een Griekse mythe en kan het dus “waar gebeurd “ zijn?
Zit er een duidelijk begin, midden en einde aan het verhaal?
Is er een ommekeer in het verhaal en krijgt de hoofdpersoon een beter inzicht in zichzelf en zijn levensloop?
Zijn alle handelingen functioneel en relevant, kan er misschien iets worden ingekort of weggelaten? Lees hieronder enkele malen het plot door van Oeidipoes en Hatsikat en reageer daarna op deze blogpost van dasanderekoek

vijgenbrood fil kl

vijgenbrood wat overwinningen schenkt

Oeidipoes en Hatsikat  door Uischillos  

Proloog
Het verhaal begint als Oeidipoes, de koning van Thebe, een uiterst kostbaar gouden harnas laat maken van belastinggeld, opgebracht door de bevolking van Thebe. De blinde ziener Blindales heeft voorspeld dat van de tweelingbroers Oeidipoes en Hatsikat, gelijktijdig geboren via een keizersnede, diegene uiteindelijk koning zal worden die onoverwinnelijk zal blijken te zijn.

Episode
Een terugblik naar het verleden. De Atheense legeraanvoerders Oeidipoes en zijn tweelingbroer generaal Hatsikat vechten dapper samen met hun legers tegen Thebe. Zij leveren beiden een moedige strijd en verliezen weinig manschappen door hun juiste tactieken. Oeidipoes wint de strijd als zijn leger overwint met een slim plan, ingefluisterd door zijn eerzuchtige vrouw Diadema. Hij doodt de heersende koning van Thebe en diens familie ontvlucht het koninkrijk. Oeidipoes neemt de macht over en  ontwikkelt zich tot een tiran. Hij wordt steeds meer overheerst door eerzucht. Zijn angst voor het verlies van de macht neemt toe. De ziener Blindales voorspelt Oeidipoes dat als hij een gouden harnas draagt, hij onoverwinnelijk zal blijven. Het volk van Thebe lijdt onder zijn tirannieke bewind. Men sterft van honger onder de torenhoge belastingen die nodig zijn voor de uitgaven om een groot leger te handhaven en om het gouden harnas van Oeidipoes te bekostigen .

Episode
Oeidipoes en zijn vrouw Diadema hebben maar één dochter, Xandra, die de toekomst kan voorspellen maar niemand die haar gelooft. Xandra waarschuwt haar vader tegen het gebruik van het gouden harnas en maakt voor hem een geluksbrengend vijgenbrood. Dit magische brood zal de overwinning brengen aan wie het zal eten. Oeidipoes lacht haar waarschuwingen weg en weigert het brood, hij kan geen vijgen verdragen. Diadema, de vrouw van Oeidipoes, kan geen kinderen meer krijgen en gelooft dat haar kinderloosheid de straf is van de goden voor haar eerzucht. Ze springt uit wanhoop in de rivier de Meander en wordt opgegeten door het watermonster Hydra. Oeidipoes krijgt steeds meer wroeging, slaapt nauwelijks meer en wordt halfgek. Xandra waarschuwt haar vader nog een keer dat er een nog groter onheil gaat gebeuren maar hij gelooft haar niet.

Episode
Hatsikat, de tweelingbroer van Oeidipoes is ondertussen ten strijde getrokken met een enorm leger naar de naburige staat Korinthië om daar een zekere overwinning te behalen. Als Oeidipoes dit verneemt, raakt hij vertwijfeld en doodt hij de vrouw en  alle kinderen van zijn broer. Hatsikat snelt terug vanuit Korinthië als hij van de moordpartij hoort en zint op wraak. Hij gaat Thebe belegeren. Op een zoektocht naar Oeidipoes in een vermomming als bedelaar vindt hij het vijgenbrood van Xandra in het paleis van Oeidipoes. Hatsikat heeft dagen niets gegeten en eet het helemaal op. Hij wordt betrapt door Oeidipoes, die zijn gouden harnas draagt en zich onoverwinnelijk waant. Er vindt een achtervolging plaats. Op een hoogvlakte treffen de tweelingbroers elkaar weer en er volgt nu een beslissende tweestrijd. Oeidipoes wordt bij heldere hemel plotseling getroffen door een bliksemschicht. Iedereen denkt het de toorn is van is oppergod Zeus, de bliksemslingeraar, omdat een gouden harnas alleen aan de goden toebehoort. Oeidipoes raakt verlamd en wordt daarna gedood door Hatsikat.

Aftocht
Hatsikat trouwt met zijn nicht Xandra die hem door haar vijgenbrood de uiteindelijke overwinning schonk. Hij wordt koning van Athene en Thebe.

© Inostrate 2021
vertaling: Gé Krawinkels

Wat heb je nodig voor het overwinning schenkende vijgenbrood ?

200 gram gewelde vijgen
80 gram amandelmeel
mespunt kaneel
2 eetlepels sinaasappelsuiker
(Kaneel en sinaasappels waren destijds nog onbekend bij de Grieken en werden pas veel later in Europa gebruikt. Xandra, die voor haar vader dit vijgenbrood maakt, had al wel voorspeld dat deze smaakmakers zouden worden ontdekt. Helaas geloofde niemand haar…)
De bereiding:
Rooster het amandelmeel heel licht in een koekenpan onder goed roeren bij matige warmte tot het lekker gaat ruiken. Laat even afkoelen op een bord.
Verwijder de steeltjes van de gewelde vijgen. Maak de vijgen kleiner en maal ze fijn tot een pasta in het bakje van een staafmixer. Meng dit daarna met het amandelmeel, de kaneel en de sinaasappelsuiker, gebruik hiervoor een spatel. Het broodmengsel is klaar als het aan elkaar plakt en alles goed is verdeeld.
Maak er een broodvorm van met schone handen. Versier de platte bovenkant met amandelmeel en een koekvormpje als sjabloon. Laat het vijgenbrood in een afgedekte schaal een paar uur opstijven in de koelkast en dien het op in kleine puntjes of plakjes.
Lekker bij een glas wijn met vrienden.

Chocoladeballetjes – glutenvrij

Heerlijk voedzame balletjes om je tussendoor even energie te geven met volle smaken van chocola en kruiden. Het fijne is dat dit een no-bakerecept is dus ook op een warme dag te maken als je alles in huis hebt. Als een kadootje om te geven zijn ze ook leuk. Je kunt er ook eindeloos mee variëren door een ander notenmeel te nemen of wat andere zuidvruchten of andere zaadjes eromheen. De balletjes zitten bomvol zuidvruchten en noten en dit alles wordt stevig bij elkaar gehouden door wat boter en pindakaas. De grote smaakmakers zijn de smaaksuikers en natuurlijk cacaopoeder om er chocola van te maken. De gemberkoekkruiden maken de compositie helemaal af! Kies alle ingrediënten glutenvrij met het glutenvrije logo.

chocoballetjes

chocoladeballetjes vol smaak zonder gluten

Wat heb je nodig voor de glutenvrije chocoladeballetjes?

150 gram geweekte dadels en abrikozen, elk 75 gram of andere lekkere verhouding
30 gram geroosterd amandelmeel
20 gram gesmolten roomboter of plantaardige margarine
15 gram cacaopoeder
1 eetlepel gemberkoekkruiden
snuf zout
1 theelepel sinaasappelsuiker
1 theelepel vanillesuiker
1 eetlepel pindakaas, ik nam 100% pinda maar het kan ook met gewone pindakaas
garnering: 2 tot 3 eetlepels geroosterde sesamzaadjes óf eventueel geraspte kokos óf                        amandelmeel

De bereiding:

Was en week de dadels en de abrikozen in warm water gedurende een paar uurtjes tot ze zacht zijn. Bewaar iets van het weekwater. Droog ze even met een tissue. Mix ze daarna in het bakje van de staafmixer fijn zonder stukjes, schraap tussentijd met een spatel langs de kanten om goed te mengen. Is het mengsel te dik, doe dan een lepel weekwater bij de massa.

Rooster ondertussen in een droge koekpan al roerend het amandelmeel op een laag vuur, blijf erbij anders verbrandt het opeens. Doe het daarna meteen in een grote mengkom waarin straks alles kan worden gemengd.

Smelt de boter of margarine in een steelpannetje of magnetron tot vloeibaar.
Voeg dan de gemixte zuidvruchten, het amandelmeel, de vloeibare roomboter of margarine, de cacaopoeder, de gemberkoekkruiden, het zout en de suikers toe en als laatste de pindakaas.
Meng alles goed door elkaar met en spatel en laat het afgedekt met folie even opstijven in de koelkast zodat je straks makkelijker balletjes kunt maken.

Neem kleine hoeveelheden van het deeg en maak er ongeveer 12 balletjes van. Rol deze balletjes in de sesamzaadjes. Deel ze lekker uit!

Abrikozentaart – glutenvrij

Midden in deze warme zomer van 2019 een frisse glutenvrije abrikozentaart die heerlijk smaakt bij koffie en thee maar ook heel geschikt is als een feestelijk dessert. Ik maakte deze vorig jaar voor mijn verjaardag en iedereen heeft ervan gesmuld. De taart werd mooi hoog en was vol van smaak door o.a. amandelmeel, wat geraspte gember voor een lichte ondertoon en frisheid en de citroensuiker maakte de smaak af. Als je vlierbloesemsiroop zelf gemaakt hebt of in huis hebt dan kun je deze hierbij gebruiken als een extra smaakmaker om de abrikozenjam te verdunnen. Geniet van deze taart en van de zomer!

abrikozentaart glutenvrij

zomerse abrikozentaart zonder gluten maar met veel smaak

Wat heb je nodig voor de glutenvrije abrikozentaart?

100 gram zachte plantaardige margarine
150 gram kristalsuiker
15 gram citroensuiker
3 eieren M
mespunt zout
50 gram maismeel, polentakwaliteit
75 gram rijstemeel
100 gram amandelmeel
2 gram fiberhusk
4 gram bakpoeder
2 centimeter verse gember geraspt
100 gram lactosevrije melk
Vulling:
2 eetlepels abrikozenjam en 1/2 eetlepel water of vlierbessensiroop
1 blik goed uitgelekte abrikozen óf verse halve abrikozen of pruimen (12 stuks)
15 gram pijnboompitten

De bereiding:

Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn. Laat de abrikozen uit blik goed uitlekken, eerst in een zeef en dan droogdeppen met keukenpapier.
Vet een springvorm in van 20 centimeter doorsnede met neutrale olie en bekleed deze met bakpapier.  Schil de gember en rasp deze fijn.
Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius.
Weeg alle meelsoorten af en zeef ze samen met het zout, de fiberhusk, bakpoeder en meng de gember erdoor in een aparte kom.
Mix de margarine met de suikers luchtig in een grote mengkom. Voeg daarna een voor een de eieren toe. Voeg als laatste de melk toe in drie delen, om en om met steeds een derde deel van  het meelmengsel toe uit de aparte kom. Zo behoud je de meeste luchtigheid.
Schep het beslag in de springvorm en strijk de bovenkant glad.
Verdun de abrikozenjam met de vlierbessensiroop in een kommetje en verdeel dit als een kringelend riviertje gelijkmatig over de taart. Leg de abrikozen goed verdeeld hierop en strooi de pijnboompitten erover.
Bak de taart in 30 minuten mooi bruin. Eventueel na afkoelen nog wat vlierbloesemsiroop erover druppelen en vlak voor het opdienen, bestrooien met poedersuiker .

Misschien vind je deze glutenvrije pruimentaart ook lekker:

pruimentaart24juli

pruimentaart van glutenvrij korstdeeg

 

 

Marstaart – bevat gluten

De kolonisatie van de ruimte en reizen naar de planeet Mars vormen grote uitdagingen voor de mensheid in de toekomst. De filosofische aspecten hiervan hebben we besproken tijdens een cursus van Rubico. Als je erop let  is dit onderwerp in het nieuws zeer actueel en in allerlei boeken vind je verwijzingen van het reizen naar Mars. Aan het einde van de filosofiecursus trakteerde ik mijn medecursisten op onderstaande futuristische dialoog over een Marstaart die een treffende gelijkenis heeft met de bodem van de planeet Mars. Dit was de primeur van deze heerlijke Marstaart en je kunt hem nu ook zelf gaan maken met onderstaand recept!

Jaar 2033 –  Dialoog tussen major Tom, astronaut die na een lange ruimtereis rondcirkelt met zijn bemanning in het moederschip rond Mars, en Ground controll van NASA in Houston op aarde. Tussen vraag en antwoord zitten telkens 14 minuten vanwege de enorme afstand.

Major Tom: Houston, we hebben een probleem! Met voedsel deze keer! De afgelopen dagen hebben we met de Marsrobot verschillende grondmonsters van het Marsoppervlak genomen in de krater van Kragting. Onze aanname dat het Marsoppervlak geheel bestaat uit chocoladereepjes blijkt fout te zijn! Nadat we de ijskoude grondmonsters van -35 graden Celsius hebben ontdooid, ontdekten we dat de bovenste bodemlaag bestaat uit  een soort rode cake met onder de brokkelige korst een vulling die lijkt op kwark met zoete vruchten!

Groundcontroll: Holy smoke! De maan is gemaakt van kaas en nu blijkt Mars gemaakt van taart! Jullie kunnen blijven rondcirkelen boven Mars en ondertussen is er genoeg voedsel! En hoe zit het met het drinkwater?

Major Tom: Dat is helemaal ongelofelijk, de bevroren kanalen van Mars blijken gevuld te zijn met ijsthee! Na het ontdooien is dit zeer goed te drinken. Vooral de Engelse bemanningsleden zijn er gek op.

Groundcontroll: Ongelofelijk, dit is pure science fiction! Hebben jullie al een idee hoe deze cake kon ontstaan?

Major Tom: De biologie op Mars blijkt heel anders te zijn dan die op aarde. Wij nemen aan dat de hier aanwezige rode Marsmicroben door de kosmische straling zijn gemuteerd tot kleine ingenieuze voedselmachines. Deze kleine levensvormen produceren namelijk allerlei complexe voedingsmiddelen en maken producten die lijken op meel, suiker, roomboter en kwark. Dit vormt een gelaagde ijstaart, in ontdooide toestand smaakt het geweldig! We hebben ontdekt dat de marsmicroben  hun benodigde voedingsstoffen  uit de ijsthee van de Marskanalen halen. Deze ijsthee bevat vele essentiële mineralen.

Groundcontroll: Zo te horen hebben jullie meer dan genoeg voedsel en zelfs drinkwater op Mars! Jullie zijn nu minder afhankelijk van bevoorrading op aarde. Let er wel op dat die cakekruimels niet op het boordpaneel komen en dat niemand met vette vingers aan de knoppen zit! Maar wat is dan for godsake eigenlijk jullie voedselprobleem, Major Tom?

Major Tom: Het probleem is Groundcontroll, dat de bemanning verslaafd is geraakt aan de taart en iedereen enorm gegroeid is in massa. We passen niet meer in onze astronautenpakken en kunnen niet meer door de deur van ons moederschip. Wat moeten we nu doen?

Groundcontroll: We gaan meteen overleggen met de hier aanwezige medische staf en onze diëtiste.…..
Ons advies voor de gehele bemanning is om de intake van de Marstaart streng te rantsoeneren tot één stuk per dag.  Verder zullen jullie meer thee moeten gaan drinken en een dubbele hoeveelheid bewegingsoefeningen moeten gaan uitvoeren in de fitnessruimte. Laat ondertussen de gentechnologe kijken naar deze wonderbaarlijke Marsmicroben. Zij kan met behulp van een genbouwpakket een raketstuwstof proberen te maken van de ijsthee voor jullie terugtocht.

Major Tom: O my god, dat is geen piece of cake, maar we hebben op deze reis wel meerdere tegenslagen gehad.

Groundcontroll: Het is opnieuw een uitdaging voor de bemanning. Wat een verrassende ontwikkelingen, Mars blijkt opeens zeer gastvrij te zijn! Iedereen zal er nu naar toe willen reizen met de herbruikbare raketten van Elon Musk. Wie houdt er nu niet van spacecake met ijsthee en to boldly go where no one has gone before… Voorwaarts Mars.

© 2018, Inostrate

marstaart kl fil

Marstaart met enkele astronauten

Wat heb je nodig voor de Marstaart ?
Het deeg:
125 gram roomboter
150 gram kristalsuiker
10 gram sinaasappelsuiker
3 eieren M
100 gram volle kwark
200 gram tarwebloem
30 gram amandelmeel
5 gram bakpoeder
5 gram cacaopoeder
2 gram zout
3 druppels amandelessence Oetker
3 kneepjes Fun Colours, gel food colour, sterke concentratie in een stevige gel, via                                                                                       bakwinkel verkrijgbaar

De vulling:
400 gram volle kwark
60 gram basterdsuiker of fijne kristalsuiker
60 gram cranberries
5 blaadjes gelatine
18 goed uitgelekte abrikoosjes uit 2 blikjes van 420 gram Del monte

Bakken van het deeg en de bodem uithollen:
Neem een springvorm met een doorsnede van 22 centimeter en vet deze in met boter. Plaats op de bodem een rond stuk bakpapier zodat je de taart straks makkelijk uit de vorm krijgt.
Verwarm de oven voor op 170 graden Celsius.
Mix de roomboter, suiker plus de sinaasappelsuiker samen luchtig. Voeg daarna een voor een de eieren toe en mix deze goed erdoor tot een egale massa.
Zeef de tarwebloem, het amandelmeel, het bakpoeder, cacaopoeder en het zout samen in een kom en meng goed met een garde.
Voeg de meelmassa in 3 delen bij de eiermassa. Bij het derde deel voeg je nog 100 gram kwark toe, 3 druppels amandelessence en 3 kneepjes rode kleurgel. Het deeg moet flink rose kleuren om een rode taart op te leveren na het bakken, daarom gebruikte ik een kunstmatige kleurstof hiervoor van goede kwaliteit.
Het taartbeslag is vrij stevig  en moet 40 minuten bakken. Prik even met een satehprikker om te kijken of het deeg goed gaar is. Als de prikker droog is, is het goed.
Neem de taartbodem uit de oven en laat deze minstens 3 uur afkoelen op een taartrooster. Maak de springvorm na 5 minuten los en laat de bodemplaat eronder zitten. Je kunt de taart ook de dag erna gaan afwerken. Bewaar hem dan in een taartdoos of grote plastic zak zodat hij niet uitdroogt.
De taartbodem uithollen: Snij de hoge bolling van de taart af. Hol de taartbodem nu een halve centimeter uit met een eetlepel en een mes, laat hierbij een buitenrand van 1 centimeter staan omdat anders de vulling eruit rolt. Verwijder van de grote brokstukken de bruingebakken bovenkorst zodat je straks mooie rode kruimels krijgt. Deze kruimels vormen het regoliet, het losse verweerde materiaal aan de oppervlakte van een planeet. Maak grove kruimels van het deeg en zet deze apart klaar in een kom. Je hebt waarschijnlijk niet alle uitgeholde cakekruimels nodig, de rest eet je lekker op bij een toetje als voorproefje.

De bereiding van de vulling en het maken van de taart: Let hierbij goed op de volgorde en zorg dat alles klaarstaat, ook de kruimels.
Lek de abrikoosjes goed uit in een vergiet en dep ze daarna af met keukenpapier zodat de bodem niet te vochtig wordt. Leg de abrikoosjes met de holle kant naar beneden in de de bodem.

marstaart bodem kl fil

Marstaart met eerste vulling van abrikozen

Leg de blaadjes gelatine in een kom met ruim koud water om te weken. Lees op de verpakking hoe lang dit moet.
Neem een ruime kom en los hierin de suiker op in de kwark en roer dit tot het is opgelost. Voeg dan de cranberries toe. Zet even apart.
Neem een steelpan met een eetlepel water erin. Knijp de gelatineblaadjes uit met je hand. Verhit de pan met de eetlepel water op een zacht vuur  en los de blaadjes hierin op, al roerend met een spatel tot ze een gel vormen. Doe het vuur dan meteen uit, het mag niet koken. Blijf af en toe roeren terwijl de gelatine afkoelt maar wel vloeibaar blijft, dit duurt enkele minuten.
Neem een eetlepel kwarkvulling en los deze op in de gelatine, al roerend goed in de hoekjes van de pan. Giet deze kleine vloeibare gelatinemassa daarna geleidelijk met behulp van een spatel en goed roerend met een garde in de grote kwarkmassa die al klaarstaat. Het is handig als je dit met z’n twee-en kunt doen.
De kwarkvulling moet je meteen over de abrikoosjes gieten terwijl deze nog vloeibaar is.

marstaart met vulling kl fil

Marstaart met vulling van kwark en cranberries

Daarna strooi je in een dikke laag zoveel mogelijk rode kruimels op de vulling, die nog een beetje vloeibaar is en zo de kruimels kan vasthouden. Druk de kruimels nog een beetje aan. Laat de Marstaart minstens 2 uur op een koele plek opstijven.

marstaart slice kl fil

een portie rode Marstaart met (regoliet)kruimels

 

 

Romeinse vijgenkoekjes – bevat gluten

Deze Romeinse vijgenkoekjes die ik vijgensnippen heb genoemd zijn geïnspireerd door een tekst van de Romein Petronius (27 na Chr. – 66 na Chr.): het diner van Trimalchio. Hierin wordt beschreven hoe een steenrijke vrijgelaten slaaf een geweldig overdreven feestmaal geeft waarin niets is zoals het op het eerste gezicht lijkt. Als lezer word je voortdurend op het verkeerde been gezet en weet je niet meer wie en wat er nu eigenlijk wordt bespot. De gerechten lijken eerst het één maar blijken opeens heel anders te zijn. De ingewanden van een enorm varken met een vrijheidsmuts  blijken opeens te bestaan uit bloedworsten  plus saucijsjes. Pauweneieren blijken deegkoeken te zijn met een vette vijgensnip erin. Vijgensnippen waren piepkleine vogeltjes, verwant aan de nachtegaal, en deze werden heel decadent in één hap opgegeten. Mijn vegetarische interpretatie van dit hapje is een heerlijk vogelkoekje gevuld met vijgen geworden. Bij de presentatie hiervan is het leuk om de volgende, tikje ordinaire, satirische klucht voor te lezen die je gasten in de juiste feeststemming brengt. Laat hen nog niet weten dat het koekje gevuld is zodat dit een verrassing is!

Feestmaal van Trimalchio, een korte klucht met twee jonge Romeinen: Gaius en Brutus

Gaius: Heb jij ook al eens aangelegen bij een feestmaal van Trimalchio, Brutus?

Brutus: Ja zeker Gaius. Ik mocht gisteren nog bij hem aanschuiven. Heerlijk toegetast en wat een verbazingwekkende hoeveelheden eten: vis met een pittige saus, vetgemeste kippen, gevulde eieren met hoedjes erop. Het was dineren als bij een vorst. Aan het eind kon ik geen hap meer op en geen stap meer verzetten! Mijn buik rommelt nu nog als de Vesuvius en ik laat onwelriekende Flegreïsche gassen gaan.

Gaius: Van die rijke stinkerd ga je nog flink stinken! Trimalchio kan behoorlijk uitpakken bij zijn feestmaaltijden. Die houdt hij een paar keer per week en dan nodigt hij alle burgers van Pozzuoli uit die maar willen. Het is altijd lachen aan zijn tafel met veel vertier op allerlei gebied, ook met plezant theater.

Brutus: Buikpijn krijg je van het lachen én van zijn eten. Gelukkig voor mij had hij ook puur volkorenbrood, dat heb ik liever dan witbrood zodat ik kracht genoeg heb als ik naar achteren ga, dan hoef ik niet te huilen. En jij hebt natuurlijk ook gedronken van zijn nieuwe wijn uit Falerno?

Gaius: Nou en of, de wijnslaven renden zich de benen onder het lijf uit bij de bediening en er vloeide ook een heleboel wijn ónder de tafel.

Brutus: Echt te gek vond ik de jachtscène met het everzwijn. Een everzwijn, gebakken in een korst, waaruit vogeltjes kwamen fladderen, dat was echt het hoogtepunt. Over vogeltjes gesproken, heb jij wel eens vijgensnippen geproefd bij Trimalchio? Heerlijk om deze kleine smakelijke vogeltjes in één hap op te eten! Ik heb er een paar meegepakt, samen met wat verse vijgen in een servet, voor mijn lieve slaafje.

Gaius: Dat is aardig van je Brutus, slaven zijn ook mensen, alleen met een heleboel pech. Jouw lieve slaafje zal ook van de vijgensnippen smikkelen.

© Inostrate, 2018

vijgensnippen kl fil

Romeinse vijgensnippen, gebak met vijgenvulling voor een feestmaal


Wat heb je nodig voor de verrassende Romeinse vijgensnippen?

Vulling:
100 gram gedroogde en gewelde vijgen
50 gram amandelmeel
50 gram honing
1/2 theelepel geraspte citroenschil
10 druppel citroensap
Snij de vijgen zeer fijn en maak ze met een keukenmachine verder fijn en maal ze samen met het amandelmeel, de honing, het citroensap en de rasp tot een smakelijke vulling. Laat dit minimaal een uurtje opstijven in de koeling. Maak er daarna kleine rolletjes of ovaaltjes van zodat ze passen in het vogeltje, neem voor elk stukje ongeveer 4 gram.
(Heb je straks vulling over dan is deze heerlijk in een appeltaart of als beleg op een cracker.)

Koekdeeg voor 15 – 17 stuks:

180 gram tarwebloem
20 gram volkorenmeel
100 gram fijne kristalsuiker
mespunt zout
125 gram koele roomboter in kleine stukjes
1 eetlepel koud water
vogelkoekvormpjes of een sjabloon van een vogeltje
1/2 ei om te bestrijken verdund met een paar druppels water

De slaafse bereiding:


Meng in een mengkom snel het meel en de bloem, zout en suiker met de roomboterstukjes en voeg op het laatst het water toe tot er een soepel samenhangend koekdeeg ontstaat. Niet te lang kneden anders wordt het te taai. Laat dit deeg  een uurtje in de koeling opstijven.

Bestuif het werkblad met wat bloem. Rol met de deegroller de helft van het deeg uit tot een lap van 2-3 mm dikte. Steek er met de uitsteekvorm 15 koekjes uit en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Leg op elk koekje een rolletje vijgenspijs en druk dit een beetje plat. Laat ruimte aan de randen.
Rol de andere helft van het deeg ook uit tot een lap van 2-3 mm dikte en steek er weer 15 vogeltjes uit. Leg de vogeltjes op de spijsvogeltjes en druk de bovenrandjes zo goed mogelijk aan met je vingertoppen zodat de vulling er straks niet uitbakt.
Verwarm de oven voor op 175 °C.
Druk met een vork veertjes uit op het vogellijfj en maak met een sateprikker een oogje in het kopje van het vogeltje.

Verdun het ei met een paar druppels water en bestrijk de vogeltjes ermee voor een mooie goudgele kleur.
Bak de vijgensnippen in het midden van de oven in ca. 17 min. goudbruin en gaar.

Veel plezier bij het feestmaal een lees de klucht erbij als een voorafje!
Leuk om hier eens naar te kijken voor meer achtergrond:
een grappige vertaling van Vincent Hunink’s boek (waarvan hier een fragment )
“Het diner van Trimalchio” dat ik gebruikte tijdens de cursus van Rubico.

Kersentaart – glutenvrij

Mijn dochter houdt erg van kersentaart en als gevolg daarvan hebben we samen een glutenvrije kersentaart gebakken toen ze bij ons thuis was. Het recept is geïnspireerd door een recept van een Italiaanse polentataart. Fijn om samen te maken en daarna gezellig een stukje van deze malse taart proeven, dat geeft veel voldoening. Het is weer kersentijd en je kunt er natuurlijk ook verse kersen in verwerken, ik gebruikte kersen uit een pot wat erg makkelijk is.  De basis is een heerlijk cakedeeg met weinig margarine maar met veel smaak, dit deeg is niet moeilijk te maken. Deze keer gebruikte ik hiervoor een zelfgemaakte luxere glutenvrije meelmengeling van fijn maismeel, rijstebloem en amandelmeel die heel goed past bij de frisse kersen. Als garnering is er een rode jam met kersen erdoor die als een rivier over de taart vloeit. Als laatste mooie afwerking van de kersentaart wat pijnboompitjes, je proeft de zomer erin!  Kies alle meelsoorten en de bakpoeder glutenvrij met het glutenvrije logo.

kersentaart glu kl

glutenvrije kersentaart

Wat heb je nodig voor de glutenvrije kersentaart?

100 gram plantaardige margarine
150 gram kristalsuiker
15 gram citroensuiker
3 eieren M
mespunt zout
50 gram fijne maispolenta
75 gram rijstemeel
100 gram amandelmeel
2 gram fiberhusk
1 theelepel /4 gram bakpoeder
1 dl/100 cc lactosevrije melk
4 druppels amandelessence (Oetker)
vulling;
100 gram rode jam of gelei (bessen bijv.)
snufje kaneelpoeder
250 gram goed uitgelekte kersen op siroop
garnering:
15 gram pijnboompitten

De bereiding:

Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn, vooral de margarine en de eieren.
Vet een springvorm van 20 cm. doorsnede goed in met wat neutrale olie of met margarine en bekleed de bodem met bakpapier.
Laat de kersen heel goed uitlekken in een vergiet of zeef. Dep ze nog even na met keukenpapier. Maak de jam iets vloeibaarder met een theelepel warm water, het moet dik vloeibaar zijn voor een goede verdeling over de taart. Zet dit alles even apart met de pijnboompitjes.

Warm de oven voor op 175 graden Celsius met een vuurvast schaaltje water erbij voor de stoomvorming en tegen het uitdrogen van het deeg. Let op de hete stoom bij het openen van de oven.
Neem een grote mengkom en mix hierin de zachte margarine met de suiker en de citroensuiker. Voeg nu een voor een de eieren toe en mix deze erdoor.
Weeg nu de meelsoorten, het zout, de fiberhusk en het bakpoeder af en zeef alles samen in een aparte kom. Meng goed door elkaar met een garde.
Voeg nu in drie porties dit meelmengsel toe aan het margarinemengsel en voeg bij de derde portie de melk erbij en de amandelessence. Laat het een paar minuten opstijven. Het stevige cakebeslag moet nu net van de lepel afvallen in stukken.

Doe nu het beslag in de cakevorm en strijk het eerst glad. Trek daarna in de oppervlakte van het deeg met een lepelsteel grillige rivierbeddingen voor de vulling. Leg in deze riviersporen eerst de rode jam en hierna de goed uitgelekte en afgedepte kersen hier bovenop.
Bestrooi  daarna de taart met de pijnboompitten voor de afwerking.
(Als variatie op de kersen is abrikozenjam met stukjes abrikozen (geweld of uit blik) ook erg lekker.)

Plaats daarna de vorm in de oven en laat de kersentaart gaar en lichtbruin worden in 30 minuten.
Controleer met een satéprikker op gaarheid, als de prikker er droog uitkomt is de taart gaar.

Neem de kersentaart uit de oven en laat hem kort afkoelen alvorens je de springvorm losmaakt (even lossnijden met een mesje) en laat de taart verder uitdampen op een taartrooster. Ik laat de bodem er altijd onder zitten zodat je een taart goed kunt verplaatsen en snijden.

Drink er bijvoorbeeld  lekkere groene thee bij met munt, citroenverbena of citroenmelisse en een fijne zomer gewenst!

Ricottataart – bevat gluten

Een prachtige malse Italiaanse caketaart met ricotta heb ik gebakken voor mijn verjaardag. Tijdens een Romereis aten we in een Italiaans familierestaurant een ricottataart met appel als nagerecht. Het traditionele recept van deze torta di nonna was natuurlijk van de grootmoeder van de eigenaar. Het was verfijnd en heerlijk! Het aantrekkelijke aan ricottataart is dat deze heerlijk fris is en vrij weinig boter bevat. Ik maakte mijn eigen versie, met amandelmeel, vanuit verschillende recepten. Mijn visite vond het geslaagd dus durf ik hem wel te bloggen. De naam ricotta betekent tweemaal gekookt. Ricotta is een soort kaas die gemaakt wordt van het waterige wei-gedeelte van de melk, een bijprodukt van de kaasproductie die gemaakt wordt van wrongel, het vaste gedeelte van melk. Maar in wei blijken dus nog veel waardevolle voedingsstoffen te zitten. Ricotta bevat veel eiwit en heeft een luchtige, iets korrelige structuur en lijkt enigzins op kwark. Het bevat weinig vet en zout en daardoor  heel goed te gebruiken als basis voor een minder vette cake. De ricotta zorgt voor een goede emulsie (verdeling) van het deeg en vervangt een deel van de boter. Het beslag van deze taart is wat luxer door het gebruikte amandelmeel en zo ontstaat een smakelijke amandelcake die licht en fris smaakt. Een frisse limoen zorgt voor een zomerse citrustoon. Als vulling en voor extra malsheid zit er geraspte appel in en stukjes abrikoos. Buon appetito!

ricottatrt ap kl(1)

lichte zomerse ricottataart met amandelmeel, appel en abrikozen

Wat heb je nodig voor de ricottataart?

125 gram zachte roomboter of plantaardige margarine
200 gram kristalsuiker
3 eieren M
geraspte limoenschil van 1-2 limoenen
80 gram amandelmeel
3 druppels amandelessence
150 gram tarwebloem
12 gram bakpoeder
mespunt zout
250 gram ricotta (Galbani)
1 geraspte appel (Elstar) met paar druppels limoensap
7 gedroogde en gewelde abrikozen
garnering:
25 gram amandelsnippers
vlak voor gebruik 1 eetlepel gezeefde poedersuiker

De voorbereiding:
Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn met name de eieren, boter en ricotta. Vet een springvorm in van 24 centimeter doorsnede en bedek de bodem met een cirkel met bakpapier.
Rasp de limoenen nadat je eerst de schil goed hebt gewassen en gedroogd.
Meng het amandelmeel met de bloem en het bakpoeder en het zout goed met een garde in een aparte kom. Zet dit even apart en druppel er de amandelessence over.
Knip de gewelde abrikozen in kleine stukjes zo groot als een rozijn en zet dit ook even apart. Schil en rasp de appel en druppel er meteen wat limoensap over tegen verkleuring meng dit met de abrikoos.
Verwarm de oven voor op 175 graden.
De bereiding:
Mix de boter samen met de suiker en de geraspte limoen in een grote kom.
Voeg daarna een voor een de eieren toe.
Voeg hier de meelmassa aan toe in twee gedeeltes.
Als dit goed is gemengd tot een luchtige gladde massa kan er de ricotta door. Het beslag moet nu in stukken van de lepel vallen.
Daarna de geraspte appel en de stukjes abrikoos erdoor scheppen.
Giet dit mengsel in de springvorm en strijk de bovenkant glad. Strooi hier de amandelschilfers over.
Bak de ricottataart in ongeveer 40 minuten tot de bovenkant goudbruin is en de amandelschilfers lichtbruin.
Haal de taart voorzichtig uit de oven en haal hem na 5 minuten uit de vorm. Snij de zijkant los met een scherp mesje. Laat hem afkoelen op een taartrooster. De bodem kun je eronder laten zodat je hem makkelijker kunt verplaatsen. Bestrooi de taart vlak voor het serveren met wat poedersuiker met behulp van een (poedersuiker)zeefje.

Heerlijk bij een feestje in de zomer en als nagerecht!
Dit vind je misschien ook lekker: amandeltaart met kersen

kersentaart-ap-kl

frisse kersencake met amandelmeel en Griekse yoghurt