Tagarchief: mahlab

Paasbrood in vorm van kip – bevat gluten

Dit mooie paasbrood in de vorm van een kip kun je zelf maken voor het komende paasontbijt of -brunch. Een fijne aanvulling voor deze feestelijke broodmaaltijden en goed van te voren te maken en in te vriezen. Je maakt hiervoor eerst het smakelijke  brooddeeg met een lichtgekleurd meelmengsel van tarwebloem maar ook met volkorenmeel en havermeel om het deeg steviger, smakelijker en stiekem ook gezonder te maken. Anijszaad plus mahlab kruiden dit deeg op een bijzondere wijze. Dit deeg rol je na het rijzen uit tot een ronde plak en modelleert deze naar het voorbeeld van de sjabloon met schaar en mes. In de receptuur kun je duidelijk lezen hoe je deze paaskip kunt maken. Een leuk knutselwerkje met deeg om straks samen ervan te genieten en het voorjaar in te luiden. Onderaan dit bericht vind je nog meer paasrecepten uit dit blog.

paaskip ap kl

paasbrood in de vorm van een kip van een kruidig en luxe apart brooddeeg

Wat heb je nodig voor de paasbroodkip?

400 gram tarwebloem
50 gram volkorentarwemeel
50 gram havermeel of gemalen fijne havermout|
10 gram gedroogde instantgist
1 ei M
30 gram roomboter
225 gram halfvolle (lactosevrije) melk
1 theelepel gemalen anijs
1/2 theelepel gemalen mahlab (toko of mediterrane winkel)
9 gram bakkerszout
40 gram lichte basterdsuiker
1 eetlepel citroensuiker
garnering:
ei om te bestrijken
sesamzaadjes om te bestrooien
een natte gewelde rozijn voor het oog

paaskip sjabloon

sjabloon voor paaskip

De bereiding:

Zorg dat alle ingredienten op kamertemperatuur zijn voor je begint, vooral ei en meel is belangrijk.
Meng de meelsoorten met elkaar in een grote mengkom en voeg hier de gistpoeder aan toe. Voeg het zout, de suiker en de anijs en mahlab toe en roer goed door elkaar en maak een kuiltje in het midden.
Smelt de roomboter in een steelpannetje op klein vuur en voeg de koude melk toe. Dit mengsel is dan precies lauw en kun je daarna toevoegen in het midden van het meelmengsel. Voeg het losgeklopte ei toe en meng alles goed door elkaar en kneed een vijftal minuten in de kom en later op het werkblad totdat het deeg elastisch is. Het moet een soepel en stevig deeg worden zodat je er straks een mooie strakke kip uit kunt boetseren en bakken.

Laat het deeg nu afgedekt met een dunne grote plastic zak in de mengkom een uur rijzen op een warme tochtvrije plek.
Neem ondertussen een vlaaiplaat van ongeveer 29 centimeter doorsnede, en maak een sjabloon voor de kip, het voorbeeld zie je hierboven op de foto.
Kneed het deeg kort even door, bol het weer op en druk het zachtjes met een deegrol tot een ronde gladde platte plak met een doorsnede van de bakplaat.
Leg het sjabloon op de deegplak en snij de vorm van de kip uit de deegplak met een scherp mes. Met een stevige keukenschaar kun je de fijne hoekjes of de ronde bochten beter doorknippen of bijwerken. Ook de insnijdingen bovenop heb ik met een schaar gedaan maar experimenteer gerust naar eigen inzicht hiermee.
Maak van de restjes deeg strengetjes en vorm hiermee de verenpartij, zie voorbeeld. Je kunt er ook nog ongeveer 4 kleine paashaasjes of paaskuikentjes bij verzinnen van het resterende deeg.
Maak op de plaats van het oog een gaatje, duw hierin een klein balletje deeg en druk hierin de natte rozijn (deze verbrand dan minder snel). Zo krijg je een mooie afwerking van het oog.
Laat de paaskip ongeveer 45 minuten afgedekt met een doek op een warme tochtvrije plaats narijzen tot hij luchtig is.
Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Bestrijk de paaskip voor het bakken met losgeklopt ei wat met iets water is vermengd. Strooi dan lichtjes nog wat sesamzaadjes over de vleugels ter garnering.
Bak de paasbroodkip ongeveer 25 minuten mooi bruin en gaar bij 200 graden Celsius.
De laatste 12 minuten deed ik er aluminumfolie over om verbranden te voorkomen, er zit wat suiker in het deeg en dit wordt snel bruin!
De kleinere paashaasjes zijn na 13 tot 20 minuten al gaar, afhankelijk van de dikte, dus neem ze snel en voorzichtig eerder uit de oven
Laat de paaskip na het bakken uitdampen op een taartrooster.
Hele fijne paasdagen gewenst!

Paastip: ook leuke paasrecepten op dit dasanderekoekblog  zijn:

Paaskoekjes, pinksterbloembrood,citroen-amandelmuffins, worteltjestaart, paasamandelcake

 

 

 

 

Specerijenmengsels voor gebak

Weg met vlakke smaken
In de tijd dat ik met  mijn dasanderekoekblog bezig ben geweest heb ik een aantal specerijen- en zadenmengsels samengesteld en deze heb ik nu verzameld in dit blogbericht. Als laatste heb ik nog een toevoeging gemaakt van de broodkruiden, een aanrader om te gaan  gebruiken in je broden! Ik hou van gebak met een goede geur en smaak, baksels (met of zonder) gluten krijgen meer karakter door het toevoegen van smaakmakers zoals een specerijenmengsel. Andere smaakmakers die ik veel gebruik zijn de smaaksuikers en deze vind je hier.

dasanderekoek-kl
Specerijenmengsels kennen we ook onder de namen koekkruiden en speculaaskruiden en zijn geliefd door hun aromastoffen. Kruiden is eigenlijk meer de benaming van de groene kruiden uit kruidentuintjes uit gematigde streken maar de benamingen lopen wat door elkaar heen. De zoete kruidenzaadjes uit  gematigde klimaatgebieden zoals bijvoorbeeld venkel  en fijngemalen specerijen van allerlei aromatische plantendelen uit tropische klimaatgebieden zoals kaneel, kruidnagel, kardemom, gemberpoeder, nootmuskaat en koriander zitten bomvol aromatische stoffen. Piment is een bijzondere bes die de smaken van kaneel, nootmuskaat en kruidnagel combineert en ook wel all spice wordt genoemd en dus geen mengsel is.

Waarom zou je zelf specerijenmengsels maken?
Je kunt specerijenmengsels vele malen goedkoper zelf maken als je de onderdelen ervan bij een toko gaat halen of bij een Turkse of Marokkaanse super. Daar zijn alle losse benodigde specerijen  veel  voordeliger te koop in  grotere verpakkingen dan bij een supermarkt. Specerijen zijn namelijk erg duur en een kleine verpakking maakt het weer een factor duurder. Als je zelf mengsels samenstelt, kun je ook steeds aanpassingen en variaties maken in de mengsels met specerijen die je lekker of minder lekker vindt. Veel koks en bakkers maken hun eigen kruiden- en specerijenmengsels en bepalen zo het eigen karakter van hun producten. Een idee voor een speciaal cadeautje  is om je zelfgemaakte mengsel in een mooi potje met etiket weg te geven.

Recepten voor zelfgemaakte koekkruiden, speculaaskruiden, zoete oosterse koekkruiden, pompoenkruidenmengsel en broodkruiden
Voor het afmeten van de hoeveelheden gebruik ik altijd een maatlepelset zodat je resultaat steeds gelijk is. Als je eenmaal de smaak van de mengsels te pakken hebt, is zelf gaan experimenteren en variëren heel leuk en smaakt het naar meer. Je kunt dan je favoriete specerij op de voorgrond laten treden en je minder favoriete ingrediënt  wat afzwakken of weglaten, geheel aangepast aan je eigen smaak.
Gemalen specerijen kun je twee tot drie jaar bewaren als ze goed droog en afgesloten bewaard worden op een donkere plaats. Als ze geen geur meer hebben dan kun je ze beter weggooien want dan hebben ze geen  functie meer.
Veel plezier met het maken ervan!

Zelf koekkruiden maken kan met de volgende mengeling:

4 eetlepels kaneel
12 kardemompeulen ontdoen van de peulenschil en de zaadjes fijn vijzelen in een vijzel; als je de peulen eerst kort roostert in een koekenpan is het eindresultaat nog beter.
1 eetlepel gemberpoeder
1/4 theelepel kruidnagel
1/4 theelepel nootmuskaat
Bewaar het in een klein goed afgesloten potje met een (zelfgemaakt) etiket erop.
Dit mengsel is ook lekker in appeltaart of in Zweedse kaneelbroodjes.

Broodkruiden
Eigenlijk zijn het vaak zaden, je gebruikt ze om een brood speciaal te maken door de lekkere geur en smaak ervan. Vooral bij roggebrood en volkorenbroodsoorten met zuurdesem is dit een bijzondere toevoeging. Ook voor glutenvrije broden is het heerlijk. Vanaf de middeleeuwen dacht men dat specerijen het brood langer houdbaar maakten of dat ze een medicinale werking hadden maar het is vooral de zuurdesem die brood langer vers houdt. Vooral Duitse, Russische en Baltische staten gebruiken specerijen in brood, in Nederland is dit niet gebruikelijk maar ik kan het aanraden, het geeft meer diepte en verfijning aan de broodsmaak. De broodkruiden die ik hier bespreek zijn de zaden van kummel of karwij, komijn, koriander, venkel, fenegriek en anijs.
Kummel is het platte zaadje van de wilde karwij, een 2-jarige plant met schermbloemen waarvan het zaad wat scherper van smaak is en krommer is gevormd dan het komijnzaad maar er veel op lijkt. Kummel en karwij zijn inwisselbaar qua smaak. Komijn, ook een plat smal zaadje kennen we van de komijnekaas. Komijnzaad is wat milder en zoeter dan kummel, een tikje anijsachtig. In Indonesië noemt men het djinten. Korianderzaad is het kleine ronde zaad wat we ook kennen onder de Indonesische naam ketoembar. Het heeft een pikante smaak van noot en citrus. Venkel is het lichtgroene zaad van de venkelplant en heeft een lichte zoete warme smaak, we kennen het van de venkelthee tegen een opgeblazen gevoel maar het past in zoete én hartige gerechten. Anijs is bekend van de beschuit met muisjes en werd veel in peperkoek gebruikt, het heeft een lichte dropsmaak en veel geur die lang blijft. Fenegriek is een klein bruin ovaal zaadje wat vaak in kerrieschotels wordt gebruikt en meegekookt wordt. Het is sterker van smaak en is pittig, wat bitter en nootachtig, wees er wat zuiniger mee.
Hoe gebruik je de broodkruiden?
Voor al deze kruiden en specerijen geldt dat ze veel beter smaken als ze eerst kort worden geroosterd in een koekenpan onder goed roeren. De smaken verdiepen en de bittere smaken verdwijnen. Daarna maak je de zaden fijn door ze te malen met een elektrische koffiemolen of vijzelen met een stamper in een vijzel. Bewaren na het malen in een goed afgesloten potje. Maak niet teveel ineens van een mengsel, de smaak en geur ervan wordt minder bij bewaren. Als basis voor broodkruiden gebruik ik vaak een gelijke hoeveelheid komijn, kummel en koriander en voeg daar een kleinere hoeveelheid van de andere kruiden aan toe. Bijvoorbeeld een eetlepel korianderzaad, een eetlepel komijnzaad en een eetlepel kummel of karwij. Daar voeg je een theelepel venkel, anijs of fenegriek aan toe. Je hoeft niet alles in een keer te nemen maar het is leuk om te experimenteren met de verhoudingen, je went aan de heerlijke smaken en gaat het missen als het er niet in zit. Je kunt de zaden ook bovenop je brood in zijn geheel meebakken, vooral kummel, karwij en komijn zijn hiervoor geschikt.

zrdsm basis ap snedes kl

zuurdesembrood van tarwemeel en -bloem

Begin met een paar theelepels gemalen broodkruiden per brood te nemen.

Zoet oosters koekkruidenmengsel

Dit mengsel is een zomerse en meer trendy variant op bovenstaande koekkruiden voor een kruidig gebak. Mahlab is te koop in Turkse en Marokkaanse supermarkten.
mahleb-klein

3 eetlepels koekkruiden
1 eetlepel venkelzaad
1 eetlepel mahlab, oosterse kleine kersenpitjes

Rooster de venkel en de mahlabpitjes kort, al roerend in een koekenpan tot ze lekker gaan ruiken.
Je kunt ook gemalen mahlab nemen maar de geur ervan vervliegt snel dus ik adviseer de hele kleine kersenpitjes, die geroosterd licht naar amandel geuren, zelf te vijzelen en niet te lang te bewaren.
Na het roosteren kun je venkelzaad en mahlab snel en goed fijn vijzelen. Meng de venkel en de mahlab samen met de koekkruiden en je krijgt een zachtzoet en licht naar venkel geurend koekkruidenmengsel. Bewaar het in een goed afsluitend glazen potje met naamsticker erop.

Speculaaskruiden zijn wat pittiger dan koekkruiden en het is eigenlijk een typisch Nederlands mengsel van gemalen specerijen. Lekker in speculaasrecepten natuurlijk.

Een lekker recept voor speculaaskruiden volgt nu:

Meet eerst af en meng dan samen:
40 gram gemalen kaneel
5 gram gemberpoeder
5 gram gemalen kruidnagel
5 gram gemalen nootmuskaat
5 gram gemalen anijs
12 peulen kardemom
3 gram gemalen witte peper

óf 8 eetlepels kaneel en 1 eetlepel van de gemberpoeder, kruidnagel, nootmuskaat, anijs en kardemom en 1,5 theelepel witte peper.

Zelf kardemom roosteren en vijzelen is even een  werkje maar de heerlijke geur is tien keer beter dan wat je gemalen koopt uit een potje. Kardemom-aroma vervliegt namelijk vrij snel. Als je voor het vijzelen de moeite wil nemen om de peulen kort te roosteren in een droge koekenpan is het eindresultaat nog beter, veel meer geur en smaak en het vijzelen gaat sneller. Verwijder vóór het vijzelen van kardemom de taaie groene zaadpeul en gebruik alleen de geurige zwarte en bruine zaadjes die binnenin de peul zitten.
Als je de smaak te pakken krijgt van zelf kruidenmengsels maken, is het leuk om zelf te variëren  in de verhoudingen van de speculaaskruiden. De anijs kun je bijvoorbeeld vervangen door gemalen koriander, voor een andere pittige smaak. Zo maak je steeds andere koekjes van eigen deeg.
Meng alle specerijen goed en doe ze in een kleine goed sluitende glazen pot met een naamsticker erop.

Pompoenkruiden smaken heerlijk in een zoet of hartig oosters getint pompoengerecht zoals in Marokkaanse tajines of stoofpotten maar ze zijn ook lekker in zoete koekjes en taart. Het is een variatie uit Amerika op koek- en speculaaskruiden en ze bevatten vaak vrij veel gember. Een kop koffie met wat van deze kruiden erin is ook bijzonder lekker.

Pompoenkruiden maak je bijvoorbeeld in de volgende verhouding:
1 eetlepel kaneel, 1,5 theelepel gemalen gemberpoeder, 0,5 theelepel nootmuskaat en 0,5 theelepel piment of gemalen kruidnagel.Meng deze specerijen goed en doe ze in een goed sluitende glazen potje met een mooie naamsticker erop.

Rabarber-amandelmuffins – glutenvrij

Deze frisse glutenvrije muffins zijn gevuld met rode rabarberstukjes en zijn vers heerlijk krokant. Ze blijven heerlijk mals en zijn niet van gewone muffins te onderscheiden.
De smaak is ook bijzonder door het zachtzoete oosterse koekkruidenmengsel wat ik heb samengesteld voor gebak in de zomermaanden. Het is niet al te pittig maar licht zoet door venkelzaadjes en bijzonder oosters door de mahlab, een klein kersenpitje wat een heerlijk aroma heeft als je het zelf vijzelt. Het recept vind je onderaan dit blog. Specerijen hiervoor zijn goedkoop bij de mediterrane supermarkt te vinden. De glutenvrije meelsoorten die ik heb gebruikt zijn voedzaam en feestelijk door het amandelmeel en de garnering van het amandelschaafsel versterkt dit.

glutenvrije amandel-rabarbermuffins

glutenvrije rabarber-amandelmuffins

Wat heb je nodig voor 12 glutenvrije rabarber-amandelmuffins?

vulling:
275 gram (rode)rabarberstengels
deeg:
90 gram zachte plantaardige margarine
150 gram suiker
20 gram sinaasappelsuiker
3 eieren
2 eetlepels sinaasappelsap
100 gram havermeel
50 gram amandelmeel
40 gram rijstemeel
8 gram bakpoeder
1 theelepel fiberhusk
1/4 theelepel zout
2 theelepels zachtzoete oosterse koekkruidenmengsel
garnering:
2 eetlepels amandelschaafsel
1 eetlepel greinsuiker of grove suiker

De bereiding:

Was de rabarberstengels en snij ze kleine stukjes van 1 centimeter.
Plaats de papieren vormpjes in een diepe muffinvorm. Als je de bodem van het papier wat invet dan plakt het deeg er straks minder aan.
Meng en zeef de meelsoorten, het bakpoeder, de fiberhusk, het zout en het koekkruidenmengsel samen in een kom. Zet dit even apart.

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius.
Plaats een vuurvast schaaltje water in de oven tegen uitdrogen van het deeg. Let op de hete stoom bij het openen van de ovendeur.

Mix de margarine met de suikers tot een romige massa in een grote mengkom. Voeg dan de eieren een voor een toe aan deze massa.
Voeg hieraan in drie delen het meelmengsel toe en als laatste nog wat sinaasappelsap voor de juiste dikte van het deeg te krijgen.
Daarna kunnen de rabarberstukjes er door worden gemengd.
Meng het amandelschaafsel met de grove suiker en strooi dit over de muffins ter garnering. Je krijgt hiermee een lekker krokante korstje.

Vul de  muffinvormpjes met dit deeg niet helemaal tot aan de rand van de vorm.
Bak de rabarber-amandelmuffins in 30 minuten gaar en bruin. Laat ze daarna uitdampen op een rooster.
-Je kunt dit recept ook als een grotere cake maken in een vierkant laag bakblik, 20 centimeter bij 20 centimeter, gevoerd met bakpapier. De baktijd is dan 45 minuten.-Lekker in de zomer bij (munt)thee.

Zoet oosters koekkruidenmengsel

3 eetlepels koekkruiden
1 eetlepel venkel zaad
1 eetlepel mahlab

Rooster de venkel en de mahlabpitjes kort, al roerend in een koekenpan tot ze lekker gaan ruiken. Je kunt ook gemalen mahlab kopen maar de geur hiervan vervliegt snel dus ik adviseer de hele kleine kersenpitjes, die geroosterd licht naar amandel geuren, zelf te vijzelen.
Na het roosteren kun je venkel en mahlab snel en goed fijn vijzelen. Meng de venkel en de mahlab samen met de koekkruiden en je krijgt een zachtzoet en licht naar venkel geurend koekkruidenmengsel. Dit mengsel is een zomerse variant op koekkruiden voor kruidkoek en speculaas. Je kunt als basis kant en klare koekkruiden nemen of dit mengsel.

Rabarber-amandelcake – bevat gluten

Rabarber in gebak is een heerlijke trend op culinair gebied en nu de tijd en de rabarber er rijp voor is  een rabarbertaartrecept. Rode rabarber is mijn favoriet, deze oogt mooier en is wat zoeter dan de groene variant. Rabarber kun je heel goed combineren met allerhande smaken, ook als je het stooft als compote. Experimenteer maar eens met bijvoorbeeld sinaasappelsap, aardbeien of muntblaadjes erin. Ook met vlierbloesemsiroop is het erg lekker.
Het deeg voor de taart is een zachtzoet cakedeeg met weinig boter en met amandelmeel.
Als extra smaakmaker een nieuw zelfgemaakt mengsel van oosterse zoete koekkruiden die verrassend goed passen bij de dit zomerse rabarberrecept. Dit recept bevat wat meer suiker maar dat komt door het zure hoofdbestanddeel, dit moet worden geneutraliseerd. Door de rabarberstukjes blijft de taart lang mals. Voor extra luchtigheid zorgt het natriumbicarbonaat, een rijsmiddel wat bij zure ingrediënten goed werkt.

rabarberamandelcake

rabarberamandelcake

Wat heb je nodig voor de rabarber-amandelcake?

70 gram roomboter of plantenmargarine
150 gram suiker
50 gram zachte honing
1 eetlepel sinaasappelsuiker
2 eieren
190 gram (soja)yoghurt
200 gram tarwebloem
50 gram amandelmeel
8 gram bakpoeder
1/4 theelepel natriumbicarbonaat (of bakpoeder)
1/4 theelepel zout
2 theelepels zoete oosterse koekkruiden
250 gram rode rabarberstengels
garnering:
2 eetlepels zonnepitten
1 eetlepel greinsuiker
1/4 theelepel zoete oosterse koekkruiden

Voorbereiding:

De oven voorverwarmen op 175 graden Celsius.
Een vierkante bakvorm (Ikea) van 20 bij 20 centimeter ruim bekleden met bakpapier. Je kunt met dit papier de cake straks uit de vorm tillen.
Was de rabarber en snij deze in kleine stukjes van 1 centimeter.
De tarwebloem, het volkorenmeel en het amandelmeel samen mengen en zeven met de koekkruiden, het bakpoeder, het natriumbicarbonaat en het zout. Zet dit meelmengsel even apart. Heb je geen natriumbicarbonaat in huis, neem dan 1/4 theelepel bakpoeder extra.
Meng de ingrediënten voor de garnering in een klein kopje door elkaar en zet dit even apart.

De bereiding:

Mix de boter of de margarine romig  met de suiker, de honing en de sinaasappelsuiker.
Mix de eieren een voor een hierdoor.
Daarna beurtelings in drie gedeeltes het meelmengsel en de (soja)yoghurt  er door kloppen zodat de luchtigheid behouden blijft.
Als laatste de rabarberstukjes erdoor mengen en het beslag in de vorm doen.
Bestrooi de cake met het mengsel van de zonnepitten, de greinsuiker of grove suiker en de oosterse zoete koekkruiden. Hierdoor geurt tijdens het bakken je keuken al heerlijk en krijgt de cake een mooie korst.

Laat de rabarberamandelcake 45 minuten bakken in de oven. Als je een satestokje erin prikt, mag er geen deeg meer aan plakken, dan is het gaar.
Neem de cake voorzichtig uit de oven en laat  nog 5 minuten in de vorm staan. Neem hem daarna uit de vorm en laat met bakpapier uitdampen en afkoelen op een taartrooster.
De korst blijft lekker lang knapperig maar ook als hij wat zachter wordt is de taart lekker.

Zoet oosters koekkruidenmengsel

3 eetlepels koekkruiden
1 eetlepel venkel zaad
1 eetlepel mahlab

Rooster de venkel en de mahlabpitjes kort, al roerend in een koekenpan tot ze lekker gaan ruiken.
Je kunt ook gemalen mahlab nemen maar de geur ervan vervliegt snel dus ik adviseer de hele kleine kersenpitjes, die geroosterd licht naar amandel geuren, zelf te vijzelen.
Na het roosteren kun je venkel en mahlab snel en goed fijn vijzelen. Meng de venkel en de mahlab samen met de koekkruiden en je krijgt een zachtzoet en licht naar venkel geurend koekkruidenmengsel. Dit mengsel is een zomerse variant op koekkruiden voor kruidkoek en speculaas.
Je kunt als basis kant en klare koekkruiden nemen of dit mengsel.
Alle kruiden en specerijen zijn voordelig te koop in een mediterrane supermarkt.

Haveramandelkoekjes – glutenvrij

Een superlekker glutenvrij tussendoortje, lichtzoet en fijn van smaak door de kruiden en de nootachtige meelsoorten: havermeel en amandelmeel. De vulling bestaat uit cranberry’s en pijnboompitten zodat je lekker kunt knabbelen. Mahlab is een heerlijke oosterse smaakmaker van fijngemalen kersenpitjes wat de amandelsmaak versterkt.
De garnering van amandelschaafsel en pompoenpitten zorgt voor knabbels en vezels.
Het deeg is snel klaar, je hoeft alleen maar alles door elkaar te roeren. Vers zijn de haveramandelkoekjes heerlijk knapperig maar als ze iets zacht zijn blijven ze onweerstaanbaar.
Kies de meelsoorten en het bakpoeder glutenvrij.

glutenvrije haveramandelkoekjes

glutenvrije haveramandelkoekjes

Wat heb je nodig voor 15 glutenvrije haveramandelkoekjes?

50 gram amandelmeel
170 gram havermeel
1 theelepel/4 gram bakpoeder
1/4 theelepel fiberhusk
50 gram cranberry’s
25 gram pijnboompitten
30 gram gesmolten plantenmargarine
70 gram honing
40 gram suiker
mespunt zout
10 gram sinaasappelsuiker
1 theelepel mahlab
100 gram heet water
garnering:
1 eetlepel amandelschaafsel
1 eetlepel pompoenpitten

Bereiding:

Verwarm de oven op 175 graden Celsius,

Alle ingrediënten afmeten en mengen in de volgorde van het recept in een mengkom. Laat het deeg 10 minuten opstijven.
Maak er daarna ronde hoopjes van met behulp van twee eetlepels. Plaats deze op een met bakpapier beklede bakplaat.
Garneer de koekjes met het amandelschaafsel en de pompoenpitten.

Bak de amandelhaverkoekjes in 15 minuten goudbruin en gaar, ze zijn aan de onderkant dan iets donkerder. Let op voor verbranden, het amandelmeel is daar gevoelig voor.

Lekker als voedzaam tussendoortje of bij een picknick als een koekbroodje.